"De woning is een ankerpunt in het werk van B+O"
Frits Pentenga, voormalig architect-adviseur bij Libau, bezocht tijdens zijn vakantie in 2010 het museum van Miró. Ook las hij het boek Vaslav van auteur Arthur Japin. In beide ervaringen vond hij een passende definitie voor het ontwerp het huis van de familie Goossens in Midlaren, namelijk een ankerpunt in de geschiedenis van B+O Architecten.
“Het is 1919 als in Zwitserland twee broers uit de bergen naar het dal trekken. Het is vooral nieuwsgierigheid die hen daar naartoe lokt. In het dal ontmoeten zij mensen uit verschillende culturen en nationaliteiten, waaronder een vreemde professor. Ze krijgen het aparte verzoek om het schrijfgerei en een stoel van de professor de bergen in te dragen. Tenslotte is in het dal het vermaak en vertier te vinden. Achteraf blijkt het Nietzsche te zijn die, geïnspireerd door de natuur, in de bergen zijn belangrijke werk over de liefde schrijft. Dit schrijven betekent een kentering in de kunst en wetenschap zoals die tot dat moment heeft bestaan. Oftewel een ankerpunt.”
Ankerpunt
“In het ontwerp van het woonhuis van de familie Goossens is ditzelfde ankerpunt terug te vinden, maar dan betreft het de ontwikkeling van B+O Architecten. Het huis is, zittend op een klapstoel op de locatie, geïnspireerd door de omgeving. Ik kwam door dit ontwerp voor het eerst in aanraking met een nieuw archetype in de architectuur, namelijk de schuurwoning. De eenvoudige hoofdvorm, de massieve uitdrukking en het terughoudende kleurgebruik vormen de eerste stappen naar abstractie. Waar eerst veel vormexpressie werd gebruikt in de ontwerpen van B+O Architecten, wordt vanaf dit ontwerp met minder architectonische middelen een statement neergezet.”
Omgeving
“Toch is dit ontwerp geen schuurwoning in de puurste zin van het woord. Daarvoor is het nog te aandachtig met details geëtaleerd en is de effectbehoefte te groot. Dit is vooral terug te vinden in de glaswanden en gevelcompositie. Ook is de tuin territoriumachtig ingericht, terwijl een schuurwoning vraagt om een soepelere overgang van openbaar gebied naar privéruimte. Het landhuis past op de locatie, maar de verrijking van de plek wordt door de vele details in het ontwerp teniet gedaan. Maar het is logisch dat de architect ook luistert naar de wensen van de opdrachtgever. Je ziet dat Pieter Brink, net als Nietzsche, op een klapstoel op de locatie heeft gezeten en zich heeft laten inspireren door de omgeving. Hierbij heeft hij de originele jaren ’30 woning vaarwel gezegd en gekozen voor vernieuwing. Een ontwikkeling die menseigen is en past in de evolutiegedachte. Dit ontwerp is geen eindpunt maar het ‘ankerpunt’ in de ontwikkeling van het architectonische vocabulaire van B+O. In elk ontwerp dat volgt, wordt de abstractie groter en ontwikkeld het schuurarchetype zich in zijn puurste vorm.”
Liefde
“Ik bezocht tijdens mijn vakantie het museum van Miró, dat ontworpen is door architect Sert, in Palma de Mallorca. Het museum is duidelijk een op de omgeving geïnspireerd ontwerp. Hier is de basis van de architectuur terug te vinden, doordat alle tegenstellingen hier te zien zijn. Het kent geabstraheerde en dramatisch geladen accenten, laat ruimte open voor licht en donker en combineert statische met bewegende elementen. Het sluit aan bij het werk van Miró, Le Corbusier, Picasso en de filosofie van Nietzsche. Maar de taal van de liefde voor het vak van de architect, voert in alle ontwerpen de boventoon. Dezelfde liefde herken ik het recent gerealiseerde werk van B+O Architecten, met als dat ene ankerpunt het landhuis van de familie Goossens.”
Bezoek voor meer informatie de projectpagina.