De Gasfabriek was een uitgeleefd en afgedankt gebouw. Nadat de fabriek zijn oorspronkelijke functie verloor, heeft het nog dienst gedaan als brandweerkazerne, werkplaats, energiebedrijf en kantoor voor de gemeentewerken. Dat was duidelijk te zien aan het interieur. De gemeente had de grote en indrukwekkende ruimten opgedeeld in kleine hokjes, die waren afgedekt met systeemplafonds. Ondanks deze gebruiksmetamorfoses was de ziel nog duidelijk voelbaar in de fabriek en had het de potentie om zijn positie in de stad terug te winnen.

Architecten Arnoud Olie en Pieter Brink van B+O Architecten zagen deze potentie en met hart en ziel hebben zij het pand in ere hersteld. De nieuwe doelstelling van de Gasfabriek was om huisvesting te bieden aan ondernemers in een creatieve kenniseconomie. Deze doelstelling is ook bereikt. Vandaag de dag zijn er ongeveer 25 bedrijven in het pand gevestigd. Ondernemers krijgen in de Gasfabriek de kans om zich te ontwikkelen en gelijkgestemden te ontmoeten. Ook kunnen zij kennis en ervaringen delen en hun netwerk kunnen uitbreiden.

Bij de herstructurering is op meerdere manieren rekening gehouden met duurzaamheid. In de eerste plaats is de keuze gemaakt om een nieuwe invulling te geven aan de Gasfabriek, in plaats van deze te slopen of nieuw te bouwen. Daarnaast is er veel gebruik gemaakt van glas, zodat overdag op veel plaatsen geen kunstlicht hoeft te branden. Het pand wordt verwarmd door vloerverwarming in plaats van radiatoren. Vloerverwarming hoeft maar tot 30 graden verwarmt te worden, terwijl radiatoren pas vanaf zeventig graden voldoende warmte afgeven.

Ook de balansventilatie met warmteterugwinning zorgt voor energiebesparing.

Verder zijn er in het gebouw geen onnodige afwerkingen te vinden, zoals systeemplafonds en gipsen wandjes. Er is zo min mogelijk gebruik gemaakt van materiaal.Doordat de ruimtes flexibel zijn in te delen, hoeven er bij uitbreiding of veranderingen binnen de bestaande bedrijven slechts geringe verbouwmaatregelingen worden genomen.